zaterdag 18 december 2010

Democratie versus controle

De discussie over de megastallen in Zuidoost- en Midden-Brabant wordt feller en algemener. Dat is heel goed. Niet dat ik nu zo'n fel tegenstander ben tegen de agrarische schaalvergroting, maar het verzet is de optima forma van democratie en emancipatie. Voor mensen wiens aard het is te willen controleren of die alles in pais en vree willen oplossen zijn het moeilijke tijden. Het willen onderdrukken of nog beter, het willen ontkennen van polarisatie en emancipatie, is niet alleen dom, maar vooral ook egoïstisch. Of is het diepgeworteld familiedenken? Of zijn het ontwortelde zielen die naar harmonie verlangen? Ach ja, ik geef hier ondertussen rustig mijn mening, als iedereen maar doet wat ik zeg!

donderdag 16 december 2010

Ruimte

Ruimtelijke ordening gaat niet over ruimte of stenen, maar over mensen. Goede ruimtelijke ordening organiseert, maar pas op. Achter iedere organisatie zit een opvatting. Die mag puur ruimtelijk zijn, maar is in zijn eenvoud en puurheid te beperkt. Het autisme van een discipline. Een duurzame organisatie van de ruimte berust daarom ook en misschien wel vooral, op sociaal-maatschappelijke en economische opvattingen, zowel cijfermatig als visionair. Werkelijke visies op ruimten en structuren zijn daarom per definitie integraal. Tot zover weinig nieuws onder de zon. Het mooie van dit al is dat een georganiseerde samenleving in staat is ruimte te maken en, nog wezenlijker, ruimte te voelen. Dat geeft rust en ruimte. Ruimte in lichaam en geest, ruimte in landschap.

maandag 6 december 2010

Revolutie in Brabant

Ik woon in Brabant. In een huis. Het is een groot huis, een tijdelijk huis, een huis midden in Peelland. Achter mijn heg begint de wereld van boeren, cowboys, ondernemers en buitenlui. In de zomer hangt boven het huis een lucht van weeïge zoetigheid. Komt van de vermester hiernaast. In het najaar de indringende geur van nertsen, soms een vleugje varken op transport. 's Nachts zoemt ergens een airco of bromt een luchtwasser. Een wisselende groep paarden socialiseert met moeite. Bijten en trappen. Op afroep in de krant wordt de hemel opengereten door gevechtsvliegtuigen. Volkel is om de hoek. In de bermen groeit tempex. Dat krijg je met een sandwichpanelenboer in de buitenlucht. Verder op broeit overjarig snoepgoed. Ratten lusten er wel pap van. In de herfst knettert de stoppelcross door de weilanden en bermen. In de winter jagen de jagers. In de nabij gelegen (vakantie)woningen zitten Polen gehuisvest. Soms een prostituee. Dat noemen ze een lingeriezaak. Verouderde stallen. Lege stallen? Hennepstallen. Caravanstalling. auto-opslag. Ieder naait zijn naad en we praten niet. Vragen is hier een mededeling. Een gesprek een uitwisseling van standpunten. Uitroeptekens, geen vraagtekens. Vragen leveren te weinig op. Er wordt geklaagd, veel geklaagd. Over stallen en over geur, over rotzooi en over geluid. Over drukte en gevaar. Over gezondheid en welzijn. Over zus en over zo en het begint mij langzaam te dagen. De sociaalmaatschappelijke verhoudingen staan op springen. Binnen de BV Brabant was en is alles mogelijk. Nog wat varkens er bij? Dat is prima, als we er maar beter van worden enne... als ze niet te hard stinken. Een snelweg door een historisch landschap? Wel ja, waarom niet. Hier en daar een reusachtige stal? Ook als het landschap er stiekem veel te fijnmazig voor is. Kruisraketten en vliegtuigen in een sterk verstedelijkt gebied? Is lastig, maar we gaan niet georganiseerd de barricaden op. Het mocht eens op de eigen portemonnee slaan. Bedrijventerrein er bij? Natuurlijk, en waag het niet 'nee' te zeggen. Sloop van de binnenstad of historische boerderij? Wie wil in godsnaam in armoede wonen of nog erger, wie wil er vrijwillig arm zijn!? Gooi plat, haal neer, uit naam van de vooruitgang. Maar het tij lijkt zich te keren. De goegemeente is zich aan het organiseren. Anders aan het organiseren. Zakelijker, formeler, volwassener. Voorzichtig, beschroomd om de familie te kwetsen, soms knoestig en emotioneel. Gelijke munt. Het wordt nog wat. Ik zie een pleister, een pleister die millimeter voor millimeter wordt losgepeuterd of één die rats... in ene los gerukt wordt. Ik opteer voor de laatste. Het gaat hoe dan ook pijn doen.

Mocht er iemand even willen schuilen, hier in mijn woning is nog plaats genoeg. Helaas, ik heb geen doekje tegen het bloeden.

maandag 22 november 2010

Missie

Noteer je intuïtie en gebruik deze: maak je kompas inzichtelijk.

zondag 21 november 2010

Professionaliteit

'Jij zult leren door frustreren', zei mijn mentor. Het is waar, want hoe gefrustreerder ik werd, des te scherper werd mijn waarheidsvinding. Nu nog de wereld overtuigen...

zondag 14 november 2010

Brabantse verstedelijking


Na een tocht door Kempenland weet ik het zeker. Het landschap vormt het voorland voor de streken achter de Aa, het Peelland. De glooiende akkers, bomengroepen, beken en verspreid liggende bebouwing bij Zandoerle, Winterle, de Beersen en Moergestel zijn nog zo gaaf, zo overzichtelijk, bijna leeg. Museaal. Het is de door de stad verheerlijkte landelijkheid die ik zie. Een landschap dat onderhouden wordt door de stad, want het aantal boerenbedrijven is op één hand te tellen. Landelijkheid zonder geurcirkels. Zonder ontsierende schaalvergroting. De verburgerlijking of verstedelijking van het buitengebied is hier al lang ingezet. Aan de woonhuizen te zien begon de ontwikkeling in de jaren zestig met kleine en vrijliggende woningen. Eén laag met kap. Schraal en sober. De langgevelboerderijen zijn burgerbestemd. Soms armetierig, soms als kapitale villa's met een oprijlaan. Al met al het beeld van een koude sanering van boerenbedrijvigheid, want voor de burgerbevolking had het niet gehoeven. De dorpen zijn immers niet meer dan een paar linten met herberg en café. De woningzoekenden worden en zijn gehuisvest in Eersel, Veldhoven of de stad. Betaalbaar wonen in een slaapgehucht is voor de autochtoon of vermogenden. Is dit een autonome ontwikkeling? Welnee. Dit proces gaat door, tot ver in de vezels van het Peelgebied. Niet met magere jaren zestig bouw, maar met Brandevoortse bling bling architectuur, bedrijventerreinen en uitdijende dorpen. Dat de provincie verwacht de intensieve shit in de peel te plempen getuigt van autistische arrogantie, strategische onkunde en gebrek aan visie. Kom op, de grond is te duur en te druk bevolkt. Ook hier is de volksaard aan het veranderen. Of we het leuk vinden of niet, de verstedelijking zet door.

woensdag 10 november 2010

Integriteit

Het beste wapen tegen familiecultuur is formaliteit. Dat is soms heel vervelend, maar wel noodzakelijk.

dinsdag 9 november 2010

Kernachtige formule

Goede architectuur is conceptueel en gaat altijd over identiteit en landschap. Soms speels, soms serieus, soms quasi nonchalant, soms naïef of streng, maar in de kern transparant en eerlijk.

Leren door herhaling

Historisch geïnspireerd bouwen is geen doel, maar een middel om te komen tot het nieuwe.

zondag 7 november 2010

pionerende geesten

Vandaag een artikel over Arie van Liempd gelezen in het Eindhovens Dagblad. Deze Brabantse sloper heeft duurzaam ondernemen tot cultuur verheven. Daarmee plaatst hij zich nadrukkelijk buiten de familie Brabant BV. 'Ja, zegt hij, ik ben best wel een eenling in dit wereldje: wa lulde gij toch, wa doede gij toch moeilijk. Die mensen kan ik mijn zorgen eigenlijk niet uitleggen. Je moet er voor openstaan, anders lukt het niet.' Einde citaat. De claim op omgevingsbewustzijn en duurzaamheid vraagt in een gemeenschap waar vooruitgang nog altijd in pegels en nieuw en blinkend bezit wordt uitgedrukt een lange adem. Eenzaamheid en in het ergste geval onbegrip. Herkenbaar. Misschien moeten alle onafhankelijke geesten bij elkaar kruipen. Lawaai maken, beweging, bewustzijn. Vrije geesten alle landen verenigd u!

dinsdag 19 oktober 2010

Het virtuele dorp




Vandaag fietste ik weer eens langs de Beekse Akkers bij Beek en Donk, de wijk Strijp in Aarle-Rixtel en Brandevoort bij Helmond. Wat mij aan de nieuwe woonwijken opviel is de ongelooflijke perfectie waarmee de Brabants dorpsarchitectuur is gebouwd en zich presenteert. Ook na enkele jaren wonen, tuinieren en bouwen ziet het er allemaal nog perfect uit. Clean, opgeruimd, perfecter dan een dorp ooit is geweest en zal zijn. Het is pure esthetica, het is bijna kunst. Dat kan alleen maar de uitdrukking zijn van stadse sentiment. Het perfecte Brabantse dorp als wieg, thuis en sterfbed van de stadse mens die naar rust, ruimte en harmonie snakt. Veiligheid en openheid tot ver voorbij de akkers. Maar het gaat verder. Goed beschouwd heb ik gekeken naar de abstractie van een dorp. Men neme een toefje van dit, een snufje van dat en allez... alweer een dorp. Het wordt en is een trucje. Voorspelbaar. Het lijkt wel een computerspel, het is virtueel. Zou het werkelijk zo zijn? Is de stadse mens in zijn verlangen en wensen de realiteit voorbij? Virtueel geworden? Begrijp mij goed, ik zeg niet dat het goed of fout is. Binnen kort op uw buis: tussen virtuele kunst en virtuele kitch...

vrijdag 15 oktober 2010

Geweten

Ik verwijt zo nu en dan dezen en genen, vooral bestuurders geen geweten te hebben in hun doen en laten. Het heeft echter geen zin. Iemand iets verwijten wat hij of zij niet heeft is niet zinvol en getuigt van egocentrisch denken en voelen.

Lekker makkelijk, zult u denken. Nou, zo makkelijk maak ik het mij zelf ook weer niet. Ervaring leert dat het zoeken naar coalities resultaten oplevert. En daarmee bedien ik mij met precies dezelfde middelen als de politiek en het openbaar bestuur, namelijk macht. Een adviseur of inhoudelijk specialist kan nog zo gelijk hebben en gewetensvol zijn, zolang hij of zij er alleen voor staat... Het is een verschrikkelijk inzicht, maar ondanks de inhoud gaat het eigenlijk altijd over proces. Een maatschappelijk proces van coalities. Gaat het dan niet over de inhoud? Natuurlijk wel, maar zeg eens eerlijk, ooit een beleidsstuk gezien dat uit zichzelf adembenemende gebouwen, ecologisch beheerde parken en duurzame landbouw mogelijk maakte?

maandag 11 oktober 2010

Conserveren van dode cultuur?

Sec beschouwd heeft onze monumentenzorg niets anders tot doel dan het conserveren van folklore. En dat is ook helemaal niet erg, want het gaat om de meest pure vorm van identiteit. Maar, zeg ik er meteen bij, folklore en ons cultuurhistorisch erfgoed is ten dode opgeschreven als wij niet in staat zijn om haar conceptueel door te vertalen. Ik heb het dan over contextueel ontwerpen en handelen en streekeigen bouwen. Denk aan eigentijdse gebinten en gebontenbouw. Het is een plicht van de overheid en bij voorkeur ook de marktpartijen om die taak serieus en prikkelend op zich te nemen. Daag ons uit!

zaterdag 9 oktober 2010

Folkiteit


Er is niets mis met folklore, want het is de meest basale en emotionele vorm van identiteit.

Boerenarchitectuur




Boerenarchitectuur is een optelsom van ambacht, grote en kloeke gebouwen intiem bijéén op loop afstand, meer kap dan gevel, asymmetrische gevels, een grote woonkeuken, een schraal erf, truttige of vergane relieken van erremoei en een landschap tot op de voordeur.

maandag 4 oktober 2010

Een sleets geworden boodschap

Het ziet er naar uit dat CDA Brabant al weer met een agrarisch gerelateerde kandidatenlijst op de proppen komt. Dat wordt dus weer boerenbelang en pleidooien dat het toch echt niet anders kan met die schaalvergroting van bedrijf en gebouw. Nog meer beesten, nog meer luchtwassers. En dat in één van de meest dicht verstedelijkte provincies van Nederland. Ik durf zelfs te stellen dat het gros van de Brabantse dorpen een economisch-maatschappelijk stedelijk profiel hebben. Niet voor niks is in een boerengemeente als Gemert-Bakel na de gemeenteraadsverkiezingen een nieuwe politieke wind gaan waaien. T'is mooi geweest met de oprukkende schaalvergroting. Is wel zo gezond en verfrissend. Het lijkt op balans. Duurzaamheid noemt het college van Gemert-Bakel dat.

Enfin, de vraag is wie het CDA Brabant wakker kust of schopt. Na blijven mijmeren over de reconstructie is geen optie. Een kandidatenlijst die bestaat uit boerenbelang én burgerbelang, dorps of stads, is heilzamer. Juist nu het politieke landschap uitéén valt en de burger smeekt om aandacht, kan het CDA als gemeenschapspartij bruggen bouwen tussen stad en land, tussen individueel en maatschappelijk belang. Wie 'schopt' er mee, zonder benen te breken natuurlijk...?

zondag 3 oktober 2010

Conservatieve jongeren

Laatst zei een oudere collega tegen mij dat de jongere collega's in hun werk en opvattingen opvallend conservatief zijn. Brrrrr... Ik reageerde als een gestokene. Ik conservatief!? Dat kwam aan.
'Ja, ging mijn collega verder, de jongere beschouwen hun werk als het runnen van een winkel. Ze beschermen hun territorium en goederen. Als je iets van ze vraagt of verlangd, gaan ze direct onderhandelen. En als je bewust of onbewust actie onderneemt binnen hun werkterrein zijn ze verontwaardigd of op zijn minst beoordelend. Ik noem dat conservatisme'.
'Hmmm... Het was mij nog niet zo opgevallen, maar het is wel waar'. We zijn inderdaad wel erg defensief ingesteld. Navelstaarders. Brede maatschappelijke inzet of buitengewoon progressieve ideeën hoef je van ons niet te verwachten, laat staan dat we er de barricaden voor op willen gaan. En laten we wel wezen, het is makkelijker je collega van repliek te geven omdat hij geen professionele discipline aan de dag legt, dan de samenleving met grensverleggende en revolutionaire opvattingen te bestoken. Waarom we zo zijn? Iets met verwendheid, beschermde opvoeding en vernauwd bewustzijn? Waarom vechten als het al goed is? Komende weken eens goed over nadenken.
Let op mensen... over enkele weken op de markt de revolutie proclamerende ambtenaar. Natuurlijk wel binnen zijn eigen expertise en takenpakket.

donderdag 30 september 2010

Wij zijn tentenbouwers

'Wij zijn botenbouwers’, zegt architectuurhistoricus Auke van der Woud. Da's waar. Maar ik zou nog verder willen gaan. Goed beschouwd zijn we tentenbouwers, want is ons agrarisch langhuis of hallehuis niet veel meer dan een uit de kluiten gewassen tent? De huizen waren een soort bouwpakketten, spijkerloos in elkaar te zetten en demontabel tot op de laatste balk. Muren waren praktisch overbodig, want het dak rustte op boomstammen en flinke takken, die we gebint noemen. De lage muren dienden om het huis wind- en waterdicht te maken en bestonden uit niet meer dan leem, vakwerk, stro, riet of hout. Tezamen met de dieren onder één groot en lang dak leefden wij relatief warm en beschut en konden wij indien nodig met onze hele hebben en houwen verhuizen naar betere of veiligere oorden. Zo zwierven wij langs hei, beekdal, zandduin en moeras.

Beeldkwaliteit in 18 punten

De vraag of wij welstand of beeldkwaliteit, voor mij is dat één en hetzelfde, willen behouden, roept bij mij vragen op die de kern van onze samenleving raken. Mijn vragen berusten op persoonlijke fundamentele opvattingen. Ik noem ze hieronder.

1. Waarom zouden wij als overheid geen opvatting mogen hebben over vormgeving? Want geen opvatting over welstand, is geen opvatting over de gemeenschap.
2. Vormgeving gaat niet zonder discussie, want vormgeving gaat niet over gevels en stenen, maar over mensen, gemeenschap en identiteit, zowel individueel als gemeenschappelijk. Identiteit is niet iets stars of vasts, maar altijd iets dat opnieuw gedefinieerd moet worden. Beeldkwaliteit is daar een vorm van.
3. Beeldkwaliteit is een middel tot bewustzijn. Het legt een claim op onze context, fysiek en mentaal en is dat niet de hoofdtaak van de overheid? Niet dwingend, dan toch inspirerend. Wij doen dat met inspiratieboeken, gesprek en confrontatie: laat alle mogelijkheden zien.
4. Reageer op je omgeving, op het landschap, op identiteit. Zorg als lokale overheid voor ruimtelijke en architectonische randvoorwaarden voor alle historische linten en randen in en van de dorpen en de gehuchten.
5. Je kunt welstand inrichten zoals je het zelf wil. Van jaren 50 beknotting tot algemeen contextdenken. Wat wil je als openbaar bestuur minimaal geregeld hebben?
6. Welstand is achterhaald, spreek over beeldkwaliteit, want beeldkwaliteit is een onderdeel van het bestemmingsplan. Dat snappen mensen, zeker omdat een beeldkwaliteitplan in beelden beargumenteerd waar het bestemmingsplan in de kern over gaat.
7. De commissie beeldkwaliteit geeft professioneel kledingadvies, zie het als service.
8. Ontneem mensen niet het medium van beeldkwaliteit, want het is de meest concrete en tastbare vorm van ruimtelijke ordening voor een gemeenschap.
9. Ontdoe de eenvormige en uniforme wijken van de jaren '50 tot '90 van welstandstoezicht. Geef ruimte aan folklore en individuele gevelexpressie. Ieder heeft recht op zijn eigen rituelen.
10. Een commissie beeldkwaliteit werkt omdat wij haar inspraak geven in de voorfase van bestemmingsplannen, beeldkwaliteitplannen, gebiedsvisies, structuurvisie, etc. Laat je als overheid adviseren hoe beleid ruimtelijk doorklinkt. Een commissie doet dat professioneel, kritisch, onafhankelijk en snel. Maar bedenk te allen tijde… het openbaar bestuur bepaald zelf waar ze zich wel en niet in wil laten adviseren. Dit leg je vast in de welstandsnota of beeldkwaliteitplan.
11. Spookverhalen over commissies die louter en alleen hun hobby zitten te botvieren is onzin en gaan altijd over vroeger.
12. Een commissie en het bijbehorende beleidsdocument verplichten de overheid en gemeenschap om over vormgeving en ruimtelijke kwaliteit na te denken. Dat is gezond en wel zo verstandig.
13. Een commissie geeft vrijheid, want zij kan gemotiveerd afwijken van wat de overheid geregeld heeft. Laat je dat los, dan bepaalt het bestemmingsplan. Dat is beknotting want goede en individuele architectuur ontstaat niet door de gratie van regelgeving, maar binnen goede en prikkelende kaders. En ja, die mogen soms ‘pijn’ doen, want pijn brengt reuring en gaat over wezenlijke zaken.
14. Een monumentencommissie is wettelijk verplicht. Combineer je beide commissies; dat gaat sneller en doorbreekt autistische vakdiscipline.
15. Benut burgerkennis, lokale historische kennis, maar vooral conceptuele opvattingen van vrijdenkers, dromers, ondernemers en boeren.
16. Als je geen opvattingen hebt over beeldkwaliteit voed je egobouw en beschouw je de gemeenschap als een verzameling van individuele belangen. Daarmee reageert de overheid altijd ad hoc.
17. Een goed bestuur organiseert zijn eigen oppositie op inhoud, ambtelijk en daar buiten .
18. Je hoort over de welstandsvrije gebieden wel eens zeggen: 'Er zijn nog geen rampen gebeurt'. Daarmee wordt bedoelt dat het dus prima kan. Ik zeg op mijn beurt, 'helaas!' Welstandsvrij betekend nog geen individuele- of bewustzijnverruiming. Blijkbaar kiezen wij een huid waarmee we showen hoe 'normaal' we wel niet zijn. Afwijken is dodelijk, saaiheid en eenvormigheid de norm. Herenhuizen en boerderilla's (boerderij en villa in één). Gemeenschappelijke rituelen vereeuwigd in steen. Dat is geen individuele vrijheid, maar een beknellend gemeenschapsdenken. Of is de conclusie dat wij gewoon saai zijn? Dan verkies ik te bijten en te prikkelen boven de monotomie van herhaling van patronen.

woensdag 29 september 2010

professioneel

Professioneel werken is onthaasten: je bent als een acteur die gevoelsmatig overdreven langzaam spreekt en acteert, maar voor ’t publiek goed gevolgd kan worden.

Gesloten voordeuren

Woonkeukenarchitectuur: Brabantse cultuur is gegroepeerd in en rondom de warme keuken. Daar woon je en leef je, daar eet en drink je, daar gaat de praat over d'n dieje en d'n dieje. Daar ben je, al was het maar een fractie van een seconde echt eerlijk. Vogeltjes in een kooi, koffie pruttelend op de aanrecht. Daar wordt je geborgen en daar wordt je herinnerd. Sentiment. En de gast komt en gaat achterom met één of twee zwaaien van de deur de keuken in of uit. De woonkeuken, daar begint en eindigt het huis. Daar wordt je geboren en je gaat er dood. Is huisvesting dan echt zo simpel?

Rituelen

Als er maar genoeg kapot gemaakt wordt, wordt een dagelijks gebruik van zelf een rite.

Mensen willen bedrogen worden

Het is een vreemde wereld te weten dat Brandevoort een historischer centrum heeft dan menig cultuurhistorisch centrumlint in de dichte en verre omgeving.

dinsdag 21 september 2010

Het venijn van chagrijn

De grootste valkuil van de overheid is toe te geven aan het chagrijn van mensen. Zelden komt het chagrijn voort uit de onderwerpen waarover zij spreken, de klachten en de dromen, maar over hun eigen eenzaamheid, de machteloosheid en de ontheemding. Onaardig gezegd is er sprake van vernauwd bewustzijn, vriendelijk gesproken willen mensen gewoon hun verhaal kwijt. Ik noem dat met een vies woord: contact. En dat, zo zeg ik je, valt in het Brabantse niet altijd mee...

Runnig in the family

Het einde van het traditionele CDA hangt in de lucht. Nee, niet vanwege de huidige verkiezingsuitslag of de landelijke coalitie-onderhandelingen. Dat is een momentum, een snapshot van drie vergulde heren. Maar de tijdsgeest vreet aan het dogma van gemeenschapszin, coöperatief denken, handelen en doen en de allesomvattende familieband. De claim om er bij te moeten horen heeft zijn successen gehad in de emancipatie van Brabant en grote delen van 'achterlijk' Nederland. Hier heet dat 'weg uit de Peel', of anders gezegd, weg uit de erremoei, weg uit de feodale slavernij. Ooit, lang geleden, wist de corporatie BV de ruwe heide tot ontwikkeling te brengen en wat niet ontwikkeld kon worden werd met buldozer en meetlat weer nieuw gemaakt. Zo is een generatie van arremoedigen naar welvaart opgeklommen, maar altijd samen en met dank aan de familie, vrienden en kennissen, met dank aan de coöperatie die ons altijd heeft gesteund. Dat de familie Rabobank, CDA of Boerenbond heet heeft geen belang. Het is de generatie van onze ouders en grootouders. Vroeg getrouwd, vroeg kinderen, snel volwassen, hard werken, niet klagen. Klinkt weinig amusant. Alles draait niet om emancipatie van de geest of zelfstandigheid van denken, doen en handelen, wel nee, het gaat om de familie, om de corporatie. Beetje maffia, dat wel. Natuurlijk zonder doden.
Nu de agrarische sector draait op de zuigende werking van de schaalvergroting, technische innovaties en internationalisering, is de boer ondernemer geworden. Ook in het huidige tijdsgewricht zegt het CDA 'grond en stenen'. Ook voor hen die het eigenlijk niet kunnen betalen, want het niet bezit is de grootste schande voor de familie, want het staat gelijk aan arremoede, aan verval en sociale ontwrichting. Verstikkende politiek in een verstikkend jaren zestig denken. Het CDA zegt nog steeds 'boer' voor en 'tuinder' na. Hoe nu verder, nu de boer ondernemer is geworden die schaakt op wereldschaal, in een vrije markt of wat daar voor door moet gaan? Los gezongen van gemeenschap en de lokale context klopt de huidige agrarische ondernemer op de poort van de VVD. Het appèl op gemeenschap en familie is aan dovemansoren gericht. De ondernemer naait zijn eigen naad.