Ik woon in Brabant. In een huis. Het is een groot huis, een tijdelijk huis, een huis midden in Peelland. Achter mijn heg begint de wereld van boeren, cowboys, ondernemers en buitenlui. In de zomer hangt boven het huis een lucht van weeïge zoetigheid. Komt van de vermester hiernaast. In het najaar de indringende geur van nertsen, soms een vleugje varken op transport. 's Nachts zoemt ergens een airco of bromt een luchtwasser. Een wisselende groep paarden socialiseert met moeite. Bijten en trappen. Op afroep in de krant wordt de hemel opengereten door gevechtsvliegtuigen. Volkel is om de hoek. In de bermen groeit tempex. Dat krijg je met een sandwichpanelenboer in de buitenlucht. Verder op broeit overjarig snoepgoed. Ratten lusten er wel pap van. In de herfst knettert de stoppelcross door de weilanden en bermen. In de winter jagen de jagers. In de nabij gelegen (vakantie)woningen zitten Polen gehuisvest. Soms een prostituee. Dat noemen ze een lingeriezaak. Verouderde stallen. Lege stallen? Hennepstallen. Caravanstalling. auto-opslag. Ieder naait zijn naad en we praten niet. Vragen is hier een mededeling. Een gesprek een uitwisseling van standpunten. Uitroeptekens, geen vraagtekens. Vragen leveren te weinig op. Er wordt geklaagd, veel geklaagd. Over stallen en over geur, over rotzooi en over geluid. Over drukte en gevaar. Over gezondheid en welzijn. Over zus en over zo en het begint mij langzaam te dagen. De sociaalmaatschappelijke verhoudingen staan op springen. Binnen de BV Brabant was en is alles mogelijk. Nog wat varkens er bij? Dat is prima, als we er maar beter van worden enne... als ze niet te hard stinken. Een snelweg door een historisch landschap? Wel ja, waarom niet. Hier en daar een reusachtige stal? Ook als het landschap er stiekem veel te fijnmazig voor is. Kruisraketten en vliegtuigen in een sterk verstedelijkt gebied? Is lastig, maar we gaan niet georganiseerd de barricaden op. Het mocht eens op de eigen portemonnee slaan. Bedrijventerrein er bij? Natuurlijk, en waag het niet 'nee' te zeggen. Sloop van de binnenstad of historische boerderij? Wie wil in godsnaam in armoede wonen of nog erger, wie wil er vrijwillig arm zijn!? Gooi plat, haal neer, uit naam van de vooruitgang. Maar het tij lijkt zich te keren. De goegemeente is zich aan het organiseren. Anders aan het organiseren. Zakelijker, formeler, volwassener. Voorzichtig, beschroomd om de familie te kwetsen, soms knoestig en emotioneel. Gelijke munt. Het wordt nog wat. Ik zie een pleister, een pleister die millimeter voor millimeter wordt losgepeuterd of één die rats... in ene los gerukt wordt. Ik opteer voor de laatste. Het gaat hoe dan ook pijn doen.
Mocht er iemand even willen schuilen, hier in mijn woning is nog plaats genoeg. Helaas, ik heb geen doekje tegen het bloeden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten