Ik weet niet of het waar is en misschien sla ik de plank volledig mis, maar het lijkt wel of de samenleving tot stilstand is gekomen. Goed, we doen net alsof we het heel druk hebben, ik zelf niet in de laatste plaats, maar feitelijk gebeurt er bijzonder weinig. Vervelen doe ik mij niet, maar de gezonde en soms ongezonde dynamiek van enkele jaren geleden lijkt ver achter ons te liggen. Het ene project na het ander sneuvelt, budgetten zijn of worden bevroren en voorheen vanzelfsprekende ontwikkelingen komen tot stilstand of gaan slechts mondjesmaat voorruit. Er lijkt zand in het 'systeem' te zitten. Het publieke debat is korrelig, chagrijnig, zo niet kortaf en gaat over het algemeen nergens over, met als voorlopig dieptepunt de discussie over ingehuurde Polen voor Koninginnedag.
Iedereen lijkt op iedereen te wachten. Geduldig of ongeduldig, hoopvol of chagrijnig. Voorlopige conclusie is stilstand. Geen protest, geen revolte, geen stakingen, geen grote thema's die ons bezighouden. Veilig en voorzichtig. We geloven het wel? Het openbaar bestuur bestuurt, maar ik zou op dit moment niet zo goed weten wat dat dan wel zou mogen wezen. Ik hoor niet meer dan bezinnen, 'voornemens herzien', 'koers wijzigen' en uiteraard bezuinigen. Voor mensen wiens hobby het is te willen controleren, zijn het droomtijden.
Maar, pas op. Daar waar niet bestuurd wordt, zijn er altijd anderen die dat gaan doen. Ik zit er bijna op te wachten. Binnen mijn gemeente zijn het de kleine en minder kleine ondernemers en enkele projectontwikkelaars die het initiatief naar zich toe trekken en gelijk hebben ze.
Enfin... stilstand dus. Vandaag hard gefietst over de Brabantse wegen. Moet ik vaker doen; fijn dat het is!
Posts tonen met het label maatschappij. Alle posts tonen
Posts tonen met het label maatschappij. Alle posts tonen
dinsdag 31 mei 2011
woensdag 25 mei 2011
Tempels van gemeenschap
De laatste tijd ben ik nauw betrokken bij de totstandkoming van verschillende multifunctionele accommodaties, lelijk afgekort tot MFA's. Er wordt nog niet gebouwd, wel heel veel gedroomd en imaginair geknutseld, gedoceerd, gezongen en gesport. Menig dorpsbewoner, bestuurder en politiekman is, ondanks grote tekorten in welke begroting dan ook, gericht op maar één ding: het oprichten van tempels voor de gemeenschap. Bijna bezwerend, bijna religieus. Want zonder kerk geen dienst, zonder gelovigen geen heiland en zonder MFA geen gemeenschap. Want daar draait het allemaal om: het redden van de gemeenschap. Lees de kranten, beluister de lokale en regionale geluiden en kruip in de huid van een vereniging... We zijn allemaal als de dood voor dode dorpen. Geen winkel of vereniging meer, geen school of opvang meer, geen samenhang of ons-kent-ons meer; het einde van de vitale gemeenschap is nabij of misschien wel vóórbij. Alsof iedere school, elke vereniging en vrijwilliger zonder nieuwe stenen in elkaar stort. Jaren vijftig bewustzijn in een virtuele wereld en communiteit. Wij zijn begonnen met het stapelen van stenen, wij spannen enorme luifels, met grote spoed om het laatste beetje asem van gemeenschapzin op het multifunctionele podium act de présence te geven. Wij gebruiken daarbij grote woorden als 'ontmoeten', 'samenwerken' en het vreselijke 'afstemmen'. Van enige spiritualiteit is overigens geen sprake. Ieder raam, muur en dak is ingericht op multifunctionaliteit en flexibiliteit. Je mocht eens hinder van elkaar ondervinden. Sec beschouwd is de MFA een versteende outlookagenda. Met gemeenschap of corporatiezin heeft het allemaal weinig te maken. Jammer dat die agenda niet virtueel is, maar van perkament, bedrukt met gouden letters. Nee, geef mij maar een kerk... Ook allang geleden overleden, maar spiritueel gebouwd en spiritueel gebruikt. Eens kijken of ik God terug vind in Outlook...
maandag 7 maart 2011
Een eigen mening
Tijdens een mooie wandeling door een Mortels natuurgebied:
zij: 'Mijn moeder zegt zelden wat ze ergens echt van vindt'.
Hij: 'Hoezo dan? Durft ze niet?'
Zij: 'Nee, dat is het niet, maar ze heeft het niet geleerd. Thuis werd niet gevraagd wat je er van vond, je had het maar te doen. Daarbij, er moest hard gewerkt worden. Arbeid adelt. Zeggen wat je er van vindt, is als klagen. En dat doe je niet. Niet bij je gezin, niet bij je familie en al helemaal niet bij vreemden.'
Hij: 'Ik heb regelmatig van die voorlichtingsbijeenkomsten waar aan de goegemeente iets nieuws gepresenteerd wordt. En zuur dat ze zijn. Eigenlijk altijd. Er verandert iets, dus zijn we tegen. Dat vind ik heel begrijpelijk, maar waarom moet dat altijd zo knoestig, zo bot en hoekig?'
Zij: 'Vergeet niet, er wordt eindelijk eens iets aan ze gevraagd. Hun mening, hun ultieme eigen mening. Als je dat niet gewend bent en daarbij een hoop frustratie hebt opgepot, ja dan klinken de woorden bijzonder hard en ongenuanceerd.'
Hij: 'Ja, zeg maar rustig chagrijnig. Boos met een hoofdletter...'
Zij: 'Weet je, het is eigenlijk heel goed dat het gebeurt.'
Hij: 'Wat bedoel je?'
Zij: 'Nou, dat de generatie van mijn moeder bevraagd wordt. Zie het als therapie. En denk niet dat ze bij zo'n avond echt zeggen wat ze vinden... Je mocht eens afwijken!'
Hij: 'Dan hebben we nog een lange weg te gaan...'
Zij: 'Valt wel mee, we zijn bijna thuis.'
zij: 'Mijn moeder zegt zelden wat ze ergens echt van vindt'.
Hij: 'Hoezo dan? Durft ze niet?'
Zij: 'Nee, dat is het niet, maar ze heeft het niet geleerd. Thuis werd niet gevraagd wat je er van vond, je had het maar te doen. Daarbij, er moest hard gewerkt worden. Arbeid adelt. Zeggen wat je er van vindt, is als klagen. En dat doe je niet. Niet bij je gezin, niet bij je familie en al helemaal niet bij vreemden.'
Hij: 'Ik heb regelmatig van die voorlichtingsbijeenkomsten waar aan de goegemeente iets nieuws gepresenteerd wordt. En zuur dat ze zijn. Eigenlijk altijd. Er verandert iets, dus zijn we tegen. Dat vind ik heel begrijpelijk, maar waarom moet dat altijd zo knoestig, zo bot en hoekig?'
Zij: 'Vergeet niet, er wordt eindelijk eens iets aan ze gevraagd. Hun mening, hun ultieme eigen mening. Als je dat niet gewend bent en daarbij een hoop frustratie hebt opgepot, ja dan klinken de woorden bijzonder hard en ongenuanceerd.'
Hij: 'Ja, zeg maar rustig chagrijnig. Boos met een hoofdletter...'
Zij: 'Weet je, het is eigenlijk heel goed dat het gebeurt.'
Hij: 'Wat bedoel je?'
Zij: 'Nou, dat de generatie van mijn moeder bevraagd wordt. Zie het als therapie. En denk niet dat ze bij zo'n avond echt zeggen wat ze vinden... Je mocht eens afwijken!'
Hij: 'Dan hebben we nog een lange weg te gaan...'
Zij: 'Valt wel mee, we zijn bijna thuis.'
vrijdag 4 februari 2011
Een maatschappelijke kloof
Binnen de economisch-maatschappelijke ontwikkeling en ruimtelijke verstedelijking van Brabant heeft de mechanisering en schaalvergroting van de agrarische sector geen plaats meer. De verwevenheid tussen stad en land groeit met de dag. De gemiddelde woonkern is in omvang en sociale ontwikkeling allang het dorp van Wim Zonneveld ontstegen. Gelijktijdig functioneert iedere stad al ver buiten de formele gemeentegrens. De 'burger', wat een nare vage term is dat toch, staat met de dag verder af van de agrarisch ondernemer. Het keren tegen de hand die je voedt is of een daad van paniek of omdat de hand niet meer financieel voedt. En dat laatste geldt meer en meer voor de relatie boer en burger. Gemert-Bakel bijvoorbeeld profileert zich nog maar al te graag als plattelandsgemeente, maar het gros van de werkende mensen verdient het geld in de stad of stedelijk gerelateerde activiteiten, zoals banken, zorginstellingen, ziekenhuizen en de IT-sector. En het verontrustende daarbij is, slechts een deel van de mensen die werken in de agrarische sector spreken Nederlands. Niet dat ik dat zo erg vind, maar het maakt de kloof alleen maar groter. Wel zou je kunnen zegen dat de agrarische ondernemer al lang internationaal onderneemt, ook al is hij of zij bij wijze van spreken nog nooit de gemeente uit geweest. De tijd is rijp voor iets stedelijks tussen de stallen: een Oost-Europees megataleninstituut!
maandag 6 december 2010
Revolutie in Brabant
Ik woon in Brabant. In een huis. Het is een groot huis, een tijdelijk huis, een huis midden in Peelland. Achter mijn heg begint de wereld van boeren, cowboys, ondernemers en buitenlui. In de zomer hangt boven het huis een lucht van weeïge zoetigheid. Komt van de vermester hiernaast. In het najaar de indringende geur van nertsen, soms een vleugje varken op transport. 's Nachts zoemt ergens een airco of bromt een luchtwasser. Een wisselende groep paarden socialiseert met moeite. Bijten en trappen. Op afroep in de krant wordt de hemel opengereten door gevechtsvliegtuigen. Volkel is om de hoek. In de bermen groeit tempex. Dat krijg je met een sandwichpanelenboer in de buitenlucht. Verder op broeit overjarig snoepgoed. Ratten lusten er wel pap van. In de herfst knettert de stoppelcross door de weilanden en bermen. In de winter jagen de jagers. In de nabij gelegen (vakantie)woningen zitten Polen gehuisvest. Soms een prostituee. Dat noemen ze een lingeriezaak. Verouderde stallen. Lege stallen? Hennepstallen. Caravanstalling. auto-opslag. Ieder naait zijn naad en we praten niet. Vragen is hier een mededeling. Een gesprek een uitwisseling van standpunten. Uitroeptekens, geen vraagtekens. Vragen leveren te weinig op. Er wordt geklaagd, veel geklaagd. Over stallen en over geur, over rotzooi en over geluid. Over drukte en gevaar. Over gezondheid en welzijn. Over zus en over zo en het begint mij langzaam te dagen. De sociaalmaatschappelijke verhoudingen staan op springen. Binnen de BV Brabant was en is alles mogelijk. Nog wat varkens er bij? Dat is prima, als we er maar beter van worden enne... als ze niet te hard stinken. Een snelweg door een historisch landschap? Wel ja, waarom niet. Hier en daar een reusachtige stal? Ook als het landschap er stiekem veel te fijnmazig voor is. Kruisraketten en vliegtuigen in een sterk verstedelijkt gebied? Is lastig, maar we gaan niet georganiseerd de barricaden op. Het mocht eens op de eigen portemonnee slaan. Bedrijventerrein er bij? Natuurlijk, en waag het niet 'nee' te zeggen. Sloop van de binnenstad of historische boerderij? Wie wil in godsnaam in armoede wonen of nog erger, wie wil er vrijwillig arm zijn!? Gooi plat, haal neer, uit naam van de vooruitgang. Maar het tij lijkt zich te keren. De goegemeente is zich aan het organiseren. Anders aan het organiseren. Zakelijker, formeler, volwassener. Voorzichtig, beschroomd om de familie te kwetsen, soms knoestig en emotioneel. Gelijke munt. Het wordt nog wat. Ik zie een pleister, een pleister die millimeter voor millimeter wordt losgepeuterd of één die rats... in ene los gerukt wordt. Ik opteer voor de laatste. Het gaat hoe dan ook pijn doen.
Mocht er iemand even willen schuilen, hier in mijn woning is nog plaats genoeg. Helaas, ik heb geen doekje tegen het bloeden.
Mocht er iemand even willen schuilen, hier in mijn woning is nog plaats genoeg. Helaas, ik heb geen doekje tegen het bloeden.
dinsdag 19 oktober 2010
Het virtuele dorp
Vandaag fietste ik weer eens langs de Beekse Akkers bij Beek en Donk, de wijk Strijp in Aarle-Rixtel en Brandevoort bij Helmond. Wat mij aan de nieuwe woonwijken opviel is de ongelooflijke perfectie waarmee de Brabants dorpsarchitectuur is gebouwd en zich presenteert. Ook na enkele jaren wonen, tuinieren en bouwen ziet het er allemaal nog perfect uit. Clean, opgeruimd, perfecter dan een dorp ooit is geweest en zal zijn. Het is pure esthetica, het is bijna kunst. Dat kan alleen maar de uitdrukking zijn van stadse sentiment. Het perfecte Brabantse dorp als wieg, thuis en sterfbed van de stadse mens die naar rust, ruimte en harmonie snakt. Veiligheid en openheid tot ver voorbij de akkers. Maar het gaat verder. Goed beschouwd heb ik gekeken naar de abstractie van een dorp. Men neme een toefje van dit, een snufje van dat en allez... alweer een dorp. Het wordt en is een trucje. Voorspelbaar. Het lijkt wel een computerspel, het is virtueel. Zou het werkelijk zo zijn? Is de stadse mens in zijn verlangen en wensen de realiteit voorbij? Virtueel geworden? Begrijp mij goed, ik zeg niet dat het goed of fout is. Binnen kort op uw buis: tussen virtuele kunst en virtuele kitch...
Abonneren op:
Posts (Atom)